DE KHOTINSKY NÀ ROTTERDAM

Frankfurt am Main

Na 1887 werd het zwaartepunt van de productie verlegd naar Gelnhausen, het filiaal bij Frankfurt am Main. De fabriek op het Noordereiland bleef tot 1891 in bedrijf.

Op de Internationale Elektriciteitstentoonstelling in 1891 in Frankfurt am Main wordt de Nederlandse gloeilampenindustrie vertegenwoordigd door drie fabrieken: Pope en Co uit Venlo, de heren Roothaan en Alewijnse uit Nijmegen, (ex-werknemers van De Khotinsky) en de Elektriciteits-Maatschappij, Systeem 'de Khotinsky' uit Rotterdam. De laatste toonde behalve gloeilampen de ook door haar vervaardigde accumulator. Een bijzondere attractie verschafte zij met de demonstratie van een in werking zijnde gloeilampenfabriek, die alle stadia van de productie aanschouwelijk maakte.


Kooldraadlamp van De Khotinsky.
Collectie: Nederlands Elektriciteitsmuseum, Hoenderloo.


Amerika 1891-1933

Op 2 december 1891 scheepte De Khotinsky zich in naar de Verenigde Staten. Dezelfde avond brandde de fabriek in Gelnhausen tot de grond toe af. Schöffer bouwde de fabriek weer op met zijn jongste zoon Willy, die hij tot directeur benoemde. Willy Schöffer was door De Khotinsky tot elektrotechnicus opgeleid.

In Amerika werd De Khotinsky in de directie van de Germania Electric Company te Boston, Massachusetts opgenomen. De gloeilampenfabriek die hij daar stichtte, moest echter na een jaar sluiten als gevolg van de finale uitspraak in de ook in Amerika al jaren lopende processen betreffende het Edison basisoctrooi. Vrijwel alle rivalen van Edison werden daardoor in de VS na 1892 uitgeschakeld.

Als geassocieerde bij verschillende ondernemingen en instellingen, als lid van de 'Development Staff' van de Central Scientific Company tijdens de Eerste Wereldoorlog en langdurig verbonden aan de universiteiten van Chicago en Michigan, ontplooiden De Khotinsky's wetenschappelijke en technische gaven zich eerst daar voluit.

In 1933 sloot hij een veelbewogen leven af. Veel van hetgeen De Khotinsky heeft voortgebracht 'zal een blijvende waarde behouden', liet L.W. Schöffer in 1901 in zijn eigen levensverhaal optekenen.



Appartementencomplex in aanbouw (2002),
op de historische lokatie van De Khotinsky's elektriciteitsfabriek
.