ACHILLES DE KHOTINSKY 1850-1933
UITVINDER


De uitvinder en elektriciteitspionier Achilles de Khotinsky werd in 1850 geboren te St. Petersburg, Rusland en overleed na een lang en werkzaam leven in Amerika in 1933.

In 1869 voltooide hij in St. Petersburg zijn officiersopleiding aan de Keizerlijke Marine Academie. Waarna hij werktuigkunde en natuurwetenschappen studeerde aan de universteit van deze stad. Zijn inventieve aanleg bleek al spoedig. Als vlagofficier bij de Baltische vloot werd hij belast met de ontwikkeling van elektrische ontstekingsmechanismen voor mijnen en torpedo's. Tevens had hij het toezicht op elektrische verlichting. In 1872 ontwierp en installeerde hij een zoeklicht, het eerste dat op een oorlogsschip werd aangebracht.

Daarnaast vervaardigde hij in hetzelfde jaar een experimentele gloeilamp met respectievelijk een platina en koolstofgeleider, geplaatst in een luchtledige glasballon. Met onderzoekingen op het gebied van gloeilicht had De Khotinsky in 1871 een begin gemaakt, waarbij hij in aanraking kwam met simultane onderzoekers, zoals Konn, Kosloff en Bouliguine. Zij behoorden tot de kring rond de vooraanstaande natuurkundige Lodyguine, die omstreeks die tijd het vraagstuk van elektrische verlichting door middel van gloeilicht opnieuw had opgevat, maar wiens lamp het experimentele stadium niet passeerde.


Amerika

Tijdens de Turks-Russische oorlog, in 1878, werd De Khotinsky naar de Verenigde Staten uitgezonden om toezicht te houden bij de bouw van drie kruisers voor de Russische Marine.
Tijdens dit verblijf in Amerika bracht hij een bezoek aan Edison, die zich juist in de zomer van 1878 geheel ging wijden aan de ontwikkeling van de gloeilamp en aan wie hij enige exemplaren van de lamp van Lodyguine ter hand stelde.
Hij ging er vriendschappelijke betrekkingen aan met de Amerikaanse uitvinder Hiram S. Maxim (1840-1916). Maxim was óók uitvinder van een gloeilamp en van o.a. een machinegeweer en hield zich tevens bezig met vliegtuigbouw.


Kooldraadlamp van Thomas Alva Edison (1847-1931).
Collectie: Nederlands Elektriciteitsmuseum, Hoenderloo.


Parijs

Na in Rusland te zijn teruggekeerd, ontving De Khotinsky de aanstelling tot hoofdingenieur bij het Jablochkoff-filiaal te St. Petersburg. Jablochkoff was een Russische uitvinder, die booglampen fabriceerde, geschikt voor straatverlichting. Jablochkoff had ook een filiaal in Parijs en in 1881 begaf De Khotinsky zich, als elektrotechnicus, op verzoek van zijn vriend Maxim naar Parijs om voor de Jablochkoff Compagnie, een gloeilampenfabriek te installeren en in bedrijf te stellen. De gloeilampen werden gemaakt volgens het procédé Maxim. Dit werd de allereerste gloeilampenfabriek op het Europese continent. Tevens legde hij in opdracht van Maxim in de Opéra een gloeilichtinstallatie aan.


Londen

In 1882 vertrok De Khotinsky naar Londen, waar hij enige tijd werkte bij de gloeilampenfabrikant Alexander Bernstein en er terzelfder tijd het ontwikkelingsproces van zijn accumulator, dat tien jaar had geduurd, afrondde. In het laboratorium van L. Warnerke te Londen zette hij zijn onderzoekingen op het gebied van de filamentvervaardiging (=gloeidraad van een gloeilamp) voort.


Een kooldraadlamp van St. George Lane-Fox (1856 -1932).
Collectie: Nederlans Elektriciteitsmuseum, Hoenderloo.


Wenen

Illustratief voor de veeljarige ervaring van De Khotinsky, maar meer nog voor de gemaakte vorderingen op het gebied van elektrische verlichting, is dat de internationale elektriciteitstentoonstelling te Wenen van 1883 een plaats gaf aan 'the archaeological apparatus of Lodyguine and others', waaronder een experimentele gloeilamp van De Khotinsky uit 1872.


(bron: Philips Concern Archief)

De Khotinsky's reeds dan in Engeland vermelde reputatie van 'a man of scientific mark' behoeft een aantekening van heel andere aard, doordat zijn naam, als gewezen officier van de Russische marine, in verband werd gebracht met in 1881 beraamde aanslagen op het leven van tsaar Alexander II waarbij, als noviteit, van elektrisch bediende mijnen was gebruik gemaakt. Het betrof hier de verdenking van een nihilistische samenzwering, waarvan het spoor, via een kaaswinkeltje, voerde naar het elektrotechnische instituut van de marine te St. Petersburg. Ofschoon De Khotinsky een persoonlijk aandeel hierin tegensprak, verkoos hij niettemin een nieuw bestaan op te bouwen te Rotterdam, boven terugkeer naar zijn vaderland.